Een vouwwagen moest het worden. Zo eentje die je open kunt klappen, even uitvouwen en dan staat de hele toko. Dat was het plan. Wij gingen voor het eerst kamperen met onze gloednieuwe vouwwagen. Glunderend stapten we in de auto. We hadden er zin in! We konden niet vermoeden dat dit een ramp zalige vakantie zou worden waarin muizen, een plu en de jackpot een hoofdrol zouden spelen.

Daar gingen we

We waren nog niet weggereden of het begon al. Het neuswiel raasde als een gek over de weg. Stoppen natuurlijk. De hele boel herladen, want ja, we waren kennelijk te zwaar. Dus alles achteruit de auto en bovenop de vouwwagen. Bij ieder hobbeltje schoot het neuswiel los en bij iedere stopmogelijkheid draaiden we het weer vast.. We verloren steeds meer rubber. En het schoot lekker op.

Uiteindelijk dan toch aangekomen op de camping, begonnen we vol goede moed om de vouwwagen in no time op te zetten. Tenslotte hadden we er speciaal eentje uitgekozen die je snel op kon zetten.

Al na vijf uur stond alles. Hè hè.

Alleen het gas nog. Maar laat nou snotverpietje de aan ons verkochte aansluiting niet passen? Na anderhalf uur hadden we geen gas maar wel een adres van een campingwinkel. Op zaterdagavond. Natuurlijk waren we niet voor één gat te vangen en stapten we in de auto om lekker uit eten te gaan!

Niet dat we ver kwamen.

De koelbox had de accu van de auto volledig leeg getrokken! Halleluja voor het bestaan van de wegenwacht die ons gelukkig (al na een paar uur) aan wat voltage kwam helpen. Daarna heerlijk uit eten in het gezellig Valkenburg. Hadden we problemen gehad? Vergeten….

Die nacht was het 4 graden. Nou ja, we hadden het in ieder geval niet te warm. We kregen nog wel bezoek. Er marcheerde een compleet leger muizen door onze voorraadkast. Als dank voor het aangenaam verpozen lieten de lieve muisjes ons een leeg gestrooid pak hagelslag. Of was het wat anders?

Het begon te regenen. Ik bedoel te plenzen. Te hozen! Er bleek een gat in de tent te zitten zo groot als een maria biscuitje. Met alle handdoeken die we bij ons hadden depten we het water op dat met stralen naar binnen kwam. De Niagara watervallen waren er niks bij. We probeerden wat met vuilniszakken en een koekenpan, maar de regenboogparaplu bood uiteindelijk nog de meeste uitkomst.

De volgende dag scoorden we in de plaatselijke super een kaartje voor het meespelen met de jackpot. Ach, het regende toch, dus voor de lol scanden we het kaartje. Ineens gingen alle lichten flikkeren, loeide er een enorme sirene en staarde iedereen schaapachtig naar ons. We hadden een bal gewonnen. Jawel!

En onder de streep?

Ach, geweldig toch dat we alles al even hebben uitgeprobeerd? En dat we nu bij onze volgende vakantie nérgens meer last van hebben? Dat we weten dat we best creatief kunnen zijn als het moet? En ‘de jackpot’ van de plaatselijke super ook nog gewonnen, hoe gaaf is dat?

Dus met recht een zalige vakantie.